Ervoor zorgen centrifugaalpompen Kan dikkere vloeistoffen aan, bepaalde ontwerpwijzigingen kunnen nodig zijn. Deze aanpassingen omvatten meestal het selecteren van waaiers met grotere diameters of gespecialiseerde meshoeken om de pomp te helpen de extra weerstand af te handelen die wordt gesteld door viskeuze vloeistoffen. Bijvoorbeeld, lage schuifwaaiers worden vaak gebruikt om turbulentie te verminderen en ervoor te zorgen dat de dikkere vloeistof voorzichtig door het systeem wordt verplaatst. Pompen met een groter aantal fasen of multi-fase centrifugaalpompen kunnen worden gebruikt om effectiever met hoge viscositeitsvloeistoffen te beheren, waardoor een betere druk en stromingsregeling bieden.
Voor vloeistoffen met hogere viscositeit vereisen centrifugale pompen vaak een langzamere operationele snelheid om de motor en componenten te voorkomen. Lagere snelheden verminderen de spanning op de pomp en zorgen voor een soepelere hantering van dikkere vloeistoffen. Lagere snelheden genereren minder wrijving in het systeem, wat slijtage op afdichtingen, lagers en andere kritieke componenten vermindert. Deze benadering helpt ook bij het verminderen van het risico op cavitatie, wat vaker voorkomt in pompen die betrekking hebben op viskeuze vloeistoffen bij hogere snelheden.
Dikkere vloeistoffen hebben een hogere weerstand tegen stroming, waardoor meer kracht nodig is om ze door het systeem te bewegen. Een manier om dit aan te pakken is door de grootte van de waaier te vergroten. Een grotere waaier kan een groter volume vloeistof verplaatsen, waardoor de extra weerstand wordt gecompenseerd veroorzaakt door hogere viscositeit. Het grotere oppervlak van de waaier stelt het ook in staat om dikkere vloeistoffen efficiënter door het systeem te duwen. Grotere waaiers vereisen echter ook meer vermogen om te werken, dus het systeem moet dienovereenkomstig worden ontworpen om overbelasting te voorkomen.
Bij het omgaan met viskeuze vloeistoffen nemen wrijvingsverliezen toe, wat leidt tot een daling van de stroomsnelheden. Om dit te minimaliseren, worden buizen met een grotere diameter gebruikt om ervoor te zorgen dat er minimale weerstand is tegen vloeistofstroom. De verminderde wrijving stelt de pomp in staat om de gewenste stroomsnelheid te behouden zonder zo hard te moeten werken, waardoor de efficiëntie wordt verbeterd en de kans op pompfalen wordt verminderd. Het helpt om drukophoping te voorkomen, wat de pomp en bijbehorende componenten kan belasten.
Groeistoffen met hoge viscositeit bevatten vaste deeltjes of kunnen chemisch agressief zijn, wat versnelde slijtage op pompcomponenten kan veroorzaken. Als gevolg hiervan is het essentieel om materialen te gebruiken die resistent zijn tegen slijtage, corrosie en erosie. Pompomhulsels, waaiers en andere interne componenten kunnen bijvoorbeeld worden gemaakt van gehard staal, roestvrij staal of andere slijtvaste legeringen die de spanningen van bewegende viskeuze of schurende vloeistoffen kunnen weerstaan. Deze materiaalkeuze zorgt voor de levensduur van de pomp en verlaagt onderhoudskosten.
Temperatuur speelt een cruciale rol in vloeistofviscositeit. Bij lagere temperaturen worden vloeistoffen meestal dikker, waardoor extra uitdagingen ontstaan voor centrifugaalpompen. Om dit probleem te verminderen, is het gebruikelijk om verwarmingssystemen te gebruiken die de vloeistof behouden op een optimaal viscositeitsniveau, dat zorgt voor een soepelere operatie. Warmtewisselaars, elektrische kachels of stoomtracering kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt om de vloeistof bij een consistente temperatuur te behouden.
Viscote vloeistoffen hebben over het algemeen een lagere dampdruk, wat de kans op cavitatie in centrifugaalpompen verhoogt. Cavitatie treedt op wanneer de druk in de pomp onder de dampdruk van de vloeistof daalt, waardoor de vorming van dampbellen die de pomp kunnen beschadigen, veroorzaakt. Om cavitatie te voorkomen, is een hogere NPSH vereist. Dit betekent dat het systeem ervoor moet zorgen dat de pomp voldoende druk krijgt bij de zuiginlaat. De zuigomstandigheden van de pomp wijzigen, zoals het verhogen van de zuigdruk of het verminderen van de afstand tussen de vloeistofbron en de pomp, kan helpen voldoende NPSH te zorgen en cavitatie te voorkomen.