Verschillende plastic materialen, zoals PVC, CPVC en polypropyleen, vertonen unieke thermische uitzettingseigenschappen. Bij blootstelling aan hitte kunnen deze materialen aanzienlijk uitzetten, waardoor de pasvorm en uitlijning van de klep in het leidingsysteem kan veranderen. Deze verkeerde uitlijning kan leiden tot spanning op de gewrichten en mogelijke lekkages. Omgekeerd worden bepaalde kunststoffen bij lage temperaturen stijver, verliezen ze hun ductiliteit en vergroten ze het risico op breuken onder mechanische belasting. Als een klep bijvoorbeeld tijdens bedrijf wordt blootgesteld aan temperatuurdalingen, buigt deze mogelijk niet zo nodig om de drukveranderingen op te vangen, wat kan leiden tot barsten of defecten. Het begrijpen van deze eigenschappen is essentieel voor het selecteren van het juiste klepmateriaal op basis van de verwachte thermische omstandigheden.
De interactie tussen temperatuur en chemische bestendigheid is cruciaal bij het bepalen van de levensduur en betrouwbaarheid van een klep. Hogere temperaturen kunnen chemische reacties versnellen, waardoor bepaalde kunststoffen gevoeliger worden voor aantasting door agressieve stoffen, wat kan leiden tot voortijdige slijtage of defecten. Gechloreerde oplosmiddelen kunnen bijvoorbeeld PVC bij hogere temperaturen afbreken, wat kan leiden tot structureel falen. Het is absoluut noodzakelijk om gedetailleerde chemische compatibiliteitsgrafieken van fabrikanten te raadplegen, waarbij niet alleen rekening wordt gehouden met de betrokken chemicaliën, maar ook met hun concentraties en de temperatuurbereiken waaraan ze in de loop van de tijd zullen worden blootgesteld. Regelmatige beoordelingen van de blootstellingsomstandigheden aan chemische stoffen zijn raadzaam om de materialen indien nodig aan te passen.
Afdichtingen, vaak gemaakt van elastomeren zoals EPDM, Viton of PTFE, spelen een cruciale rol bij het handhaven van de integriteit van kunststof kleppen. Temperatuurschommelingen kunnen de fysieke eigenschappen van deze materialen ernstig beïnvloeden. Hoge temperaturen kunnen ervoor zorgen dat afdichtingen uitharden, waardoor ze hun vermogen om samen te drukken verliezen en een goede afdichting creëren. Bij lagere temperaturen kunnen afdichtingen daarentegen te buigzaam worden of zelfs bevriezen, wat leidt tot het onvermogen om een goede afdichting te behouden wanneer dat nodig is. Om optimale prestaties te garanderen, moeten regelmatige inspecties van afdichtingen worden uitgevoerd en moeten vervangingsschema's worden afgestemd op operationele temperatuurprofielen. Het gebruik van afdichtingen die specifiek zijn ontworpen voor het verwachte temperatuurbereik kan de betrouwbaarheid verder vergroten.
De relatie tussen temperatuur en vloeistofviscositeit is een belangrijke overweging bij chemische processen. Als de temperatuur bijvoorbeeld stijgt, neemt de viscositeit van veel vloeistoffen af, wat kan leiden tot hogere stroomsnelheden door de klep dan oorspronkelijk bedoeld. Deze onverwachte toename van de stroom kan druk uitoefenen op stroomafwaartse apparatuur, wat kan leiden tot mogelijke storingen of inefficiënties in het systeem. Omgekeerd verhogen lagere temperaturen de viscositeit, wat mogelijk een trage stroming en grotere drukval over de klep veroorzaakt. Om deze variaties aan te pakken, kan het nodig zijn om stroomcontrolemechanismen of drukregelaars te implementeren die zich kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden, waardoor consistente prestaties worden gegarandeerd, ongeacht temperatuurschommelingen.
Elke kunststof klep wordt geleverd met gespecificeerde operationele limieten met betrekking tot temperatuur en druk, die strikt moeten worden nageleefd om storingen te voorkomen. Het overschrijden van deze limieten kan leiden tot vervorming, verlies van functionaliteit of volledig falen van de klep. Het bedienen van een klep die is ontworpen voor een maximale temperatuur van 80°C bij 100°C kan bijvoorbeeld leiden tot verzachting van het plastic, waardoor het niet meer in staat is de druk te behouden of de integriteit van de afdichting te behouden. Het is van cruciaal belang om duidelijke operationele parameters vast te stellen en regelmatig de omgevingsomstandigheden binnen het systeem te controleren om naleving van deze limieten te garanderen. Het implementeren van alarm- of monitoringsystemen kan ook helpen bij het identificeren wanneer de omstandigheden kritische drempels naderen.
PPH Type B mofkogelkraan DN15-100