Het afdichtingsoppervlak van de klep moet bestand zijn tegen slijtage, corrosie, erosie en slijtage. Het heeft voldoende extrusiesterkte. Het heeft voldoende oxidatieweerstand en thermische vermoeidheid bij hoge temperaturen. Het afdichtingsoppervlak en het kleplichaam hebben vergelijkbare thermische uitzettingscoëfficiënten. Heeft goede verwerkingseigenschappen en lasbaarheid, en er moet een afweging worden gemaakt tussen prijs en materiaaleigenschappen.
Het afdichtingsoppervlak van de klep is verdeeld in drie typen: metalen afdichtingsoppervlak, zacht afdichtingsoppervlak en afdichting met afdichtmiddel.
Het metalen afdichtingsoppervlak wordt voornamelijk gebruikt bij slijtvastheid, erosieweerstand, krasbestendigheid en hoge temperatuurbestendigheid. Slijtage kan worden onderverdeeld in lijmslijtage, schurende slijtage, oppervlaktevermoeidheidsslijtage, erosieslijtage en slijtage.
1. Lijmslijtage Lijmslijtage komt het meest voor, als gevolg van de enorme hechting van het grensvlak tussen de twee vaste materialen op het klepafdichtingsoppervlak. Wanneer de afdichtingsvlakken van de kleppen tegen elkaar glijden, komen de verbindingen voortdurend in contact en breken ze, waardoor er schurende korrels ontstaan en slijtage ontstaat.
2. Schurende slijtage Een ruw, hard oppervlak in het afdichtingsoppervlak van de klep dat slijt bij het glijden tegen een relatief zacht oppervlak. Een effectieve manier om schurende slijtage onder controle te houden, is door het zachtere materiaal harder te maken.
3. Oppervlaktevermoeiingsslijtage Herhaaldelijk cyclisch laden en lossen veroorzaakt vermoeiingsscheuren op het oppervlak of de onderliggende laag, wat uiteindelijk kan leiden tot oppervlakteschade, waarbij fragmenten en putten worden gevormd.
4. Erosieslijtage wordt veroorzaakt door scherpe deeltjes die het afdichtingsoppervlak doorspoelen. Het is vergelijkbaar met schurende slijtage, maar heeft een ruw oppervlak.
5. Kras de schade veroorzaakt door wrijving tijdens de relatieve beweging van het afdichtingsoppervlak, die wordt veroorzaakt door het onredelijke hardheidsverschil van het afdichtingsoppervlak.